Een goudkoorts is een nieuwe ontdekking van goud - soms vergezeld door andere edele metalen en zeldzame-aardmineralen - die een stroom van mijnwerkers op gang brengt die hun fortuin zoeken. Grote goudstormen vonden plaats in de 19e eeuw in Australië, Nieuw-Zeeland, Brazilië, Canada, Zuid-Afrika en de Verenigde Staten, terwijl kleinere goudstormen elders plaatsvonden. De rijkdom die daaruit voortvloeide, werd op grote schaal verspreid vanwege de lagere migratiekosten en lage toegangsdrempels. Terwijl de goudwinning zelf niet winstgevend was voor de meeste graafmachines en mijneigenaren, maakten sommige mensen grote fortuinen, en de handelaren en transportfaciliteiten boekten grote winsten. De resulterende toename van de goudvoorraad in de wereld stimuleerde de wereldwijde handel en investeringen. Historici hebben uitgebreid geschreven over de migratie-, handels-, kolonisatie- en milieugeschiedenis in verband met goudstormen. Goudstormen werden kenmerkend gekenmerkt door een algemeen opgewekt gevoel van een "gratis voor iedereen" in de inkomensmobiliteit, waarin elk individu vrijwel onmiddellijk rijkelijk rijk zou kunnen worden, zoals uitgedrukt in de California Dream. Goudstormen hielpen bij het stimuleren van een enorme immigratie die vaak leidde tot permanente vestiging van nieuwe regio's. Activiteiten voortgestuwd door goudkoorts definiëren belangrijke aspecten van de cultuur van de Australische en Noord-Amerikaanse grenzen. In een tijd waarin de geldhoeveelheid van de wereld op goud was gebaseerd, verschafte het nieuw gedolven goud economische stimulering tot ver buiten de goudvelden. Gouden biezen strekken zich uit tot ver terug naar het Romeinse rijk, waarvan de goudwinning werd beschreven door Diodorus Siculus en Plinius de Oudere, en waarschijnlijk verder terug naar het oude Egypte. [California Gold Rush][Het oude Egypte] |