Quilten is het naaien van twee of meer lagen stof om een dikker gevoerde materiaal te maken, meestal om een quilt of gewatteerd kledingstuk te maken. Meestal wordt quilten gedaan met drie lagen: de bovenste stof of quilttop, batting- of isolatiemateriaal en achtergrondmateriaal, maar er worden veel verschillende stijlen gebruikt.Het quiltproces gebruikt een naald en draad om twee of meer materiaallagen samen te voegen om een quilt te maken. De hand of naaimachine van de quilt passeert de naald en trekt door alle lagen heen en brengt de naald dan weer omhoog. Het proces wordt herhaald over het hele gebied waar quilten gewenst is. Rocking, straight of running steken worden vaak gebruikt met deze steken die puur functioneel of decoratief zijn. Quilten wordt gedaan om spreien, kunstquilt wandkleden, kleding en een verscheidenheid aan textielproducten te maken. Quilten kan een project dik maken, of met dicht quilten, kan een gebied ophogen zodat een ander opvalt.Het hele proces van het maken van een quilt of gewatteerd kledingstuk omvat ook andere stappen, zoals ontwerpen, patchwork, appliqué en binding. Een persoon die werkt bij quilten wordt een quilter genoemd. Quilten kan met de hand, via een naaimachine of met een gespecialiseerd longarm-quiltsysteem.Quiltwinkels verkopen vaak stoffen, garen, patronen en andere goederen die worden gebruikt voor quilten. Ze hebben vaak groepslessen naaien en quilten waarbij je kunt leren naaien of quilten.
|