begon in Frankrijk in de 19e eeuw met een losse associatie van kunstenaars waaronder Claude Monet, Pierre-Auguste Renoir en Paul Cézanne die een nieuwe, vrij geborstelde stijl aan de schilderkunst brachten, vaak verkozen om realistische scènes van het moderne leven buiten te schilderen in plaats van in de studio. Dit werd bereikt door een nieuwe uitdrukking van esthetische kenmerken, aangetoond door penseelstreken en de indruk van de werkelijkheid. Ze bereikten intense kleurenvibratie door pure, ongemengde kleuren en korte penseelstreken te gebruiken. De beweging beïnvloedde kunst als een dynamisch, zich verplaatsen door de tijd en zich aanpassen aan nieuw gevonden technieken en perceptie van kunst. Aandacht voor detail werd minder een prioriteit bij het bereiken van een vooringenomen beeld van landschappen en natuur voor het oog van de kunstenaar. [Impressionisme] |