Tegen het begin van de 20e eeuw begonnen de angsten in Groot-Brittannië te groeien dat het niet langer in staat zou zijn om de metropool en het geheel van het rijk te verdedigen, terwijl het beleid van "prachtig isolement" behouden bleef. Duitsland groeide snel als een militaire en industriële macht en werd nu gezien als de meest waarschijnlijke tegenstander in een toekomstige oorlog. Erkennend dat het overbelast was in de Stille Oceaan en thuis werd bedreigd door de Keizerlijke Duitse Marine, vormde Groot-Brittannië een alliantie met Japan in 1902 en met zijn oude vijanden Frankrijk en Rusland in respectievelijk 1904 en 1907.
|